Lezen

Gepubliceerd op 1 februari 2020 om 17:26

Na alle heisa van de voorbije dagen tussen KBDB en Natuurpunt i.v.m. de roofvogels en alle verwijten die naar onze hoofden als duivenliefhebbers worden geslingerd, wil ik toch als duivenliefhebber en dierenvriend hierop reageren.

Ik heb de laatste dagen vele reacties van buitenstaanders gelezen en eerlijk gezegd doet het mij toch wel pijn dat er zo negatief op onze hobby en ons als mens/duivenliefhebber wordt gereageerd. Blijkbaar zijn wij in vele mensenogen nog steeds de onverdraagzame duivenmelker, de duivenmelker dat geen enkel dier kan verdragen buiten zijn eigen duiven, de duivenmelker dat elke slechte duif de nek omwringt, de duivenmelker dat zijn duiven ziet als een machine, een machine die moet presteren en waar het enkel draait om geld. Ik kan hier volmondig op antwoorden dat dit absoluut niet zo is! Vele liefhebbers hebben een band met hun duiven, een band die alleen een duivenliefhebber kan snappen. Elke dag van het jaar, zomer en winter, regen en sneeuw, zijn wij in de weer om onze duiven te verzorgen, om tijd met hun door te brengen. Want dat doet een goede eigenaar, zijn of haar dieren de beste verzorging en liefde geven. En zoals overal in de wereld, met eender welk dier, zullen er mensen zijn die een dier niet behandelen zoals het zou moeten zijn, maar we hoeven daarom toch niet iedereen over dezelfde kam te scheren? Ik las dan ook het artikel van Natuurpunt met argusogen en wil toch op enkele zinnen uit dit artikel reageren:

- Volgens deze duivenkwekers-vereniging (het woord duivenliefhebbers gebruiken we liever niet).

De meeste “duivenkwekers” zijn wel degelijk duivenliefhebbers, die hun duiven oprecht graag zien en lief hebben en elke dag van het jaar klaar staan om hun duiven de perfecte verzorging te geven. Zeer jammer, dat een organisatie als Natuurpunt, zo discriminerend spreekt over een bepaalde bevolkingsgroep en ons naar de buitenwereld toe wil afschilderen als kwekers of beulen.

- De reden waarom zovele duiven worden opgevangen in de opvangcentra is simpel: de meeste duivenmelkers interesseren zich niet in hun duiven, enkel in de mogelijke opbrengst die ze kunnen genereren.

De meeste liefhebbers interesseren zich wel in hun duiven en de meeste verdienen amper tot geen cent door deze sport te beoefenen, integendeel. Voor deze mensen staat de hobby en het plezier voorop en is al de rest bijzaak.

- In plaats van blij te zijn en de vinder uitvoerig te bedanken voor de moeite, krijgt de vinder meestal als antwoord ‘ik moet de duif niet meer hebben’, of erger ‘Draai hem maar in de soep.’ En dit zijn geen uitzonderingen. Dit is de regel.

“Ik moet de duif niet meer hebben” of “draai hem maar in de soep” zijn wel uitzonderingen. Vele duivenliefhebbers gaan hun duiven ophalen of zoeken een oplossing om deze terug op hun hok te krijgen, indien zij een telefoontje krijgen (niet alle verdwaalde duiven worden bij de eigenaar aangemeld). Jammer genoeg worden positieve verhalen nooit gepubliceerd en heeft daarom amper tot niemand weet van hoeveel duiven er daadwerkelijkheid opgehaald worden. Natuurlijk zijn er ook nog steeds liefhebbers die hun duiven niet gaan ophalen, 1 van de redenen hiervoor is dat deze liefhebbers te kampen hebben met grote verliezen, mede door de roofvogels, en dat het water naar de zee dragen is. Eigenaars die toch de verantwoordelijkheid voor hun duiven niet willen dragen en met gruwelijke reacties op de proppen komen, mogen in de toekomst gerust een sanctie ontvangen hiervoor.

- De enige tranen die er vloeien wanneer een roofvogel een duif pakt, zullen de tranen zijn om de paar verloren euro’s. Hoewel je toch zou verwachten dat als de duiven echt zo kostbaar zijn als mr. Bodengien beweert, er toch wat meer moeite zou gedaan worden wanneer een lichtjes verzwakte duif ergens wordt gevonden.

De tranen die vloeien wanneer een roofvogel een duif pakt, zijn tranen van verdriet, verdriet omdat 1 van onze gevleugelde vrienden het leven heeft moeten laten. Verdriet omdat we geen duiven houden om voor onze ogen vermoord te zien worden. Verdriet omdat we een dier kwijt zijn, een levend wezen dat we uit het ei hebben zien kruipen en zien opgroeien hebben tot een volwaardige duif.

- Geen wonder dat de duivensport al jarenlang in populariteit afneemt, dat de gemiddelde leeftijd erg hoog ligt, en dat het aantal duivenmelkers elk jaar afneemt. Een goede zaak wat ons betreft, als die mentaliteit niet verandert!

De mentaliteit doorheen de jaren is wel degelijk veranderd in de positieve zin. De onverdraagzame duivenmelker met zijn stofjas ruilt stilaan plaats voor een moderne en diervriendelijke duivensport.

Wat dan de roofvogels zelf betreft, wij vragen niet om deze dieren uit te roeien om onze hobby te redden, nee, wij vragen alleen om geen nestkasten meer te plaatsen. De roofvogelpopulatie is de laatste jaren wel degelijk toegenomen en jammer genoeg hebben deze vogels het meer en meer op onze duiven gemunt. Hiervoor willen we alleen maar een diervriendelijke oplossing vinden die zowel de duivenliefhebbers kan helpen als de roofvogels zelf.

Ik hoop dat ik op de een of andere manier aan andere mensen kan laten zien dat wij als duivenliefhebbers zo slecht nog niet zijn. Dat wij op de eerste plaats dierenvrienden zijn die een hobby met een dier beoefenen en dat wij dit in de beste omstandigheden proberen te doen. En ik weet dat voor dierenvrienden de duivensport en een dierenvriend zijn lijnrecht tegenover elkaar staan. Dat men niet kan begrijpen dat wij een dier dat wij graag zien ergens los laten in de hoop dat deze het thuisfront zal bereiken, maar daar gaat nu eenmaal de duivensport om, om duiven aan wedstrijden te laten deelnemen. En natuurlijk is dat niet altijd rozengeur en maneschijn, maar het gevoel dat je krijgt als 1 van je duiven vroeg op de klep zit, dat gevoel is niet te beschrijven. Alle tegenslagen die wij moeten verduren wegen nog steeds niet op tegen dat gevoel en de liefde voor onze duiven…

Bron: Melissa Van Gossum.